Mijn ‘guilty pleasure’ is het kijken van The Voice of Holland. Zangeres Anouk Teeuwe is één van de coaches. In tegenstelling tot mijn beroemde naamgenoot heb ik mijn softe momenten. Eigenlijk best vaak. Ik zet dan een suikerzoet nummer op repeat en geniet van mijn zelfmedelijden. Sterker nog, je kunt me dan echt uitwringen.
Onlangs had ik zo’n moment. De recensies over mijn laatste hardloopartikel waren verdeeld. Ik kreeg de volle laag op internet van een verontwaardigde lezer. Zijn kritiek was er eentje onder de gordel. Daar raakte ik van ondersteboven. Ik ga geen discussies meer online aan, maar besloot deze meneer toch van een antwoord te voorzien. Ik plaatste een luchtige opmerking. Niet op de inhoud, maar op het gevoel.
Voor mij voelde dat als een glorieuze overwinning. Ik was eindelijk voor mezelf opgekomen. Kalm en beheerst. Al heel mijn leven vecht ik tegen mezelf en de rest van de wereld. Wel in stilte. In het echie durfde ik dat nooit. Tijdens discussies stond ik er plompverloren bij. Ik deed dan pinnig of juist stil, omdat ik onzeker was. Al die stoere en flitsende mensen om me heen leken zo adrem. Ik dacht: ‘Ze vreten me op.’ Het enige wat ik wilde was dat iedereen me aardig vond. Erbij horen. Zoeken naar bevestiging. Daar ging ik behoorlijk ver in. Zo ver dat ik mezelf steeds meer begon te verliezen. Ik vond mezelf te oninteressant, niet leuk genoeg en durfde vaak gewoon niet. Als je iets vaak genoeg inprent, ga je er uiteindelijk zelf in geloven. Elke dag. Jaar in jaar uit.
Als ik mee zou doen aan The Voice, deed ik er alles aan om 4 stoelen te laten draaien. Vroeger had ik voor Marco gekozen, maar nu zou ik voor Anouk gaan. Anouk- stem als een nachtegaal, tong als een mes- is goed voor wat reuring in showbizzland. Ik vind haar een wereldwijf. Karakteristiek en kolderiek, één van mijn favoriete zangeressen. Haar stem beperkt zich niet tot zingen, ben je betoeterd. Nee, zij kiest niet voor schijnheiligheid, maar voor eerlijkheid. Dat heel Nederland over haar heen valt, deert haar niet.
Enfin, ik dwaal af. Terug naar mijn zelfreflectie. Dat kon zo niet langer. Ik merkte dat ik daardoor gigantisch blokkeerde. Een paar maanden geleden besloot ik hier korte metten mee te maken. Ik las in een tijdschrift het volgende: ‘Wie wil zoekt een mogelijkheid. Wie niet wil zoekt een reden.’ Via een collega kwam ik in contact met een coach. Ons kennismakingsgesprek herinner ik me als de dag van gisteren. Een zelfverzekerde, ietwat streng ogende dame stelde zich aan me voor. Trudy heette ze. Mijn nieuwe coach gaf me een ferme handdruk. Doodsbang was ik. ‘Kun je iets over jezelf vertellen?’, vroeg ze. Als een malle begon ik te ratelen. ‘Maar wie ben je nu echt’, was haar enige reactie. We praatten beleefd wat verder over mijn werk. Ik merkte dat de automatische piloot zijn werk deed. ‘Heb je ook hobby’s?’, klonk het opeens.

Uit het niets veerde ik op. Ik vertelde over mijn passie voor hardlopen. Over mezelf dus. Dat ik niet altijd voor de gebaande paden kies. Want zo zei ik: ‘Met hardlopen kleur ik graag buiten de lijntjes. Het kleinste lopertje van het veld is niet bang om op te vallen in fel roze. Ik deed voorheen altijd wat mijn vader zei, wat mijn moeder wilde, wat mijn leraren verwachtten, wat mijn broers riepen, wat mijn vriendinnen deden. Met hardlopen heb ik mijn eigen twist.’ Trudy keek me aan. Haar strenge gezicht was verdwenen. Ik besefte dat ik haar strengheid verwarde met kundigheid. ‘Zodra je over hardlopen praat ga je helemaal stralen’, merkt ze op. ‘Zo moet je het ook doen in de andere aspecten van je leven.’
Toen ik 1,5 uur later haar kantoor verliet, duizelde het me. Waar was ik aan begonnen? Er volgden nog 5 ontmoetingen. Vergis je niet, het waren heftige sessies. Schrap het woord comfortabel maar uit je vocabulaire. Alles wat je eng vindt, schakel je tijdelijk uit. Het is ronduit naar als een buitenstaander de vinger feilloos op de zere plek legt. Toch lukte het om me open op te stellen en de storm der opbouwende kritiek te doorstaan. Beter nog: ik deed meteen iets met de handvaten die mijn coach aanreikte. Niet slecht voor een koppig onderdeurtje.
Misschien maak ik al jaren geen lichamelijk groeispurt meer, maar van binnen blijf ik mezelf ontwikkelen. Daar ben ik ben trots op. Authenticiteit is je eigen auteursrecht. Pas op mijn 38e heb ik het gevoel dat ik iets kan. Ik loop marathons, schrijf alleen nog maar over wat ik mooi vind en durf tegenwoordig zelfs slechtnieuwsgesprekken te voeren. En toch faal ik nog regelmatig. Want de weg vinden in een voor mij onbekende stad, lukt me nog steeds niet. Zo kwam ik vorige week te laat op een belangrijke bijeenkomst die ik als journalist moest verslaan. Puur en alleen omdat ik was verdwaald.

Mijn leercurve is een steile, maar stimulerende klim. Maar het levert me ook al wat op. Vorige week werd er potverdorie gewoon naar me geluisterd. Voor het eerst luid en duidelijk. Nota bene door een gerespecteerde vakgenoot. Iemand tegen wie ik onwijs opkijk. Dat klinkt misschien raar, maar ik vond het fijn om bij mezelf te merken dat ik inmiddels ook verstand van zaken heb, en dat andere mensen dat erkennen. Net als bij mijn beroemde naamgenoot zit niet iedereen te wachten op mijn relaas. Dat zeggen ze niet, maar je hoort ze denken: ‘Top, die kleine opdonder weet het beter.’ Niet meer panikeren. Ik wil zelf die confrontatie aangaan. Want dat zijn de momenten waarop je groeit. Liever niet zo bits als de controversiële Anouk, maar wel hoppa jezelf laten horen. Je rimpels verdwijnen niet, maar jemig, wat voelt dat goed.