Prinses

Hieronder vindt u mijn speech die ik uitsprak tijdens het symposium van de Beschermde Wieg (Dordrecht 3 november 2017). 

Lieve vrienden van de Beschermde Wieg,

Meisjes willen allemaal prinses worden. Ik wist als meisje zeker dat ik er één was. De koningin, mijn echte moeder, zou mij op een dag vast komen halen. Dan zei ik tegen mama: ‘Ik ga naar mijn andere moeder toe.’ Verder dan het eind van de straat kwam ik niet.

In werkelijkheid legde mijn geboortemoeder mij op de stoep van het politiebureau in Seoul. Toen ik zeven maanden was, vloog ik met de KLM van Seoul naar Amsterdam. Vanaf dat moment begon ik aan mijn geslaagde integratie. Een kaaskop met spleetoogjes en ongeveer de enige Nederlander die niet met stokjes kan eten.

Ik ben een vondeling. En daar ben ik blij mee. Dankzij mijn ouders kan ik mijn leven leiden zoals ik dat wil. Ze hebben me opgevoed, me laten zien hoe je met tegenslag omgaat en bovenal, ze hebben me geleerd lief te hebben.

Ik ben dan ook erg blij dat zij in de zaal zitten. Mam, pap, ik houd van jullie. We hebben misschien niet hetzelfde bloed, maar het stroomt wel door hetzelfde hart.

Adoptie blijft voor velen iets geks. En onder de radar hangt altijd de vraag of adoptie niet zielig is. Mijn antwoord luidt volmondig ‘nee’. De uitleg is best simpel.

  • Ik ben niet bezig met mijn afkomst.
  • Ik ben niet op zoek naar mijn geboortemoeder.
  • Ik ben gewoon gelukkig met mijn familie, mijn vrienden en verre van zielig.

Mijn Koreaanse roots interesseren me net zo veel als een bosje bloemen. Begrijpt u me niet verkeerd. Ik verloochen mijn afkomst niet. Maar van binnen ben ik Tilburgs, Brabants of Nederlands. Afhankelijk van de situatie. Maar in ieder geval geen greintje Koreaans.

Ik kan niet iemand missen die ik nooit heb gekend. Mijn geboortemoeder komt niet op mijn tijdlijn voor. Als ik dat vroeger zei, keken mensen raar op. En vervolgens schaamde ik me dan een beetje.

Natuurlijk denk ik er wel eens over na hoe mijn leven was geweest als ik niet was geadopteerd. Wat als niemand voor mij had willen zorgen?

Vorig jaar zag ik een film over een geadopteerd jongetje uit India. Die film trof mij recht in het hart. Ik realiseerde me hoe het voor andere geadopteerde kinderen kan zijn.

  • Zij die wél willen weten wie hun biologische moeder is.
  • Die willen weten waar ze vandaan komen.
  • Die willen weten op wie ze het meest lijken.

Vooral als ze nog wel herinneringen hebben aan hun leven daar. Als ze weten hoe het was om kind te zijn in een ander land.

Vroeg of laat komt er een dag dat je erachter komt dat je niet alle levensvragen kunt beantwoorden. Dan heb je twee keuzes: je kunt gaan mokken of je kunt dat gewoon accepteren. Mijn optimistische ik kiest voor simpelweg accepteren.

Ik ben gelukkig. Voor mij hoeft die speurtocht naar de biologische roots niet. Ik ben gelukkig met mijn leven in Nederland. Als je hebt wat je wilt, hoef je niet verder te zoeken. Het wordt niet altijd beter. Ik kan ook gelukkig zijn, zonder te weten wat zich achter de volgende deur bevindt.

Toch heeft de adoptie ook bij mij sporen nagelaten. Ik heb extreme verlatingsangst. Als peuter raakte ik in paniek als mijn moeder even de woonkamer uitliep.

  • Ik volgde haar als een havik.
  • Ik verbreek nooit vriendschappen of relaties.
  • Ik ben juist bang dat mijn vriendinnen of mijn vriend mij verlaten.

En ja, als kind haatte ik mijn spleetogen. De andere kinderen lachten me uit. Ik wilde ook grote blauwe ogen en een lange blonde vlecht. Net als mijn vriendinnetjes.

Maar, verwacht u geen zielig verhaal over mij. Dit zijn de ergste sporen van mijn adoptie. Erger wordt het niet.

En ja, ik ken ook andere verhalen over geadopteerde kinderen. Een kennis van me heeft lang geleden drie zusjes uit het buitenland geadopteerd. Ze waren al wat ouder en enorm getraumatiseerd. Ze vertelde me dat het nooit meer echt helemaal goed zal komen met haar inmiddels volwassen dochters. Hun leven is een chaos. Ze kampen alle drie met psychische problemen. Ik vind het moedig en lief van haar.

Het moederinstinct van mijn kennis gaf haar de moed zich over de drie zusjes te ontfermen, tot op de dag van vandaag. Daarmee heeft ze hen een leven gegeven. Een leven dat vaak moeilijk is. Maar hun bloed stroomt door hetzelfde hart.

Dat moederinstinct heb ik nooit gehad. Maar mijn hart breekt in duizend stukjes als ik lees dat er ergens in Nederland een baby is gevonden. Op straat, in een park, of achter een vuilnisbak. Koud en alleen. Dat baby’s in ons land onnodig sterven, die machteloosheid verpulvert me. Iedere baby heeft recht op leven. Ook als het kind ongewenst is. Ook als de naam van de moeder onbekend is.

Het is tijd voor een kleine revolutie.

Barbara Muller is zo’n revolutionair. Zij richtte drie jaar geleden de Beschermde Wieg op. Met haar team helpt ze moeders die geen uitweg meer zien. Bij hen kunnen die moeders baby’s anoniem en in vertrouwen achterlaten in een vondelingenkamer.

Dappere Barbara, het is niet altijd even makkelijk voor je geweest.

  • Je stuitte op veel weerstand.
  • Je hebt doorgezet waar anderen zouden zijn gestopt.
  • Je hebt een beladen onderwerp bespreekbaar gemaakt.

Van harte gefeliciteerd met de derde verjaardag van de Beschermde Wieg. Jullie zijn inmiddels een flinke peuter.

En uiteraard, een kind te vondeling leggen is niet de norm. Maar mijn geboortemoeder wist dat ze niet voor me kon zorgen en bracht me naar een zo veilig mogelijke plek. Wat zij deed was een daad van liefde, moed en zorg. Had zij de Beschermde Wieg maar gehad. Want dan had zij zeker geweten dat ik in liefdevolle handen zou komen.

Ik wil het taboe van de vondeling doorbreken.

Lang niet iedereen begrijpt het werk van de Beschermde Wieg. En lang niet iedereen keurt goed waar de mensen erachter voor staan. De mens is immers bang voor het onbekende. Wist u dat mensen bij de eerste stoomtrein bang waren dat koeien in de wei naast het spoor geen melk meer zouden geven? Achteraf vielen de gevolgen best mee.

Daarom vraag ik Nederland: zet uw angst opzij en open uw hart.

We hoeven de moeders in kwestie heus geen absolutie te verlenen. Maar wel veiligheid, ondersteuning en de zekerheid dat hun baby een toekomst heeft/in goede handen komt.

Het rechtssysteem verandert niet van de ene op de andere dag. De Beschermde Wieg heeft 40.000 handtekeningen nodig om de vondelingenkamer in de Tweede Kamer op de agenda te zetten. Daar help ik graag aan mee.

De waslijn met rompertjes symboliseert de 442 moeders die de Beschermde Wieg heeft kunnen helpen

Daarom zet ik me in voor de Beschermde Wieg. Jullie willen immers levens redden. Van de baby’s die als vondeling beginnen, maar ook de levens van jonge, vaak alleenstaande, wanhopige moeders.

Wanhoop drijft mensen soms tot het onvoorstelbare.

Afstand doen van je eigen kind is geen teken van gebrek aan liefde. Die liefde beweegt moeders juist om een kind in uitzonderlijke gevallen te vondeling te leggen. Dus oordeel niet te snel. En ik?

  • Ik strijd mee, om ervoor te zorgen dat geen enkele baby het leven begint in een sporttas.
  • Ik strijd mee voor een uitweg voor radeloze moeders.
  • Ik strijd mee voor legale vondelingenkamers.

Ik strijd voor een wereld waarin het geen taboe is om een vondeling te zijn. Hopelijk kunnen we de doodse stilte van het taboe achter ons laten.

Lieve mensen,

Ik had u vanmiddag graag een sprookje verteld. Over een prinses. Maar ik ben geen prinses.

  • Ik ben wie ik ben.
  • Ik ben Anouk, met een gouden familie en geweldige vrienden.
  • Ik ben Anouk, en ik bracht mijn eerste uren door op een Koreaanse stoep.

Ik heb vrede met het besluit van mijn geboortemoeder om me te vondeling te leggen.

Omdat ik het kan zien als een daad van opoffering.

Als een daad van liefde.

Dank u wel!

Draag je de Beschermde Wieg net als ik een warm hart toe? Steun de stichting met een donatie. Of steun ons met de aankoop van een van de boeken van Barbara Muller. De gehele opbrengst gaat naar de stichtingen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *