Hardloopjunkies, recreatieve genieters of wedstrijdlopers. We zijn allemaal anders, maar de hardloopconnectie is er. Iedereen heeft zijn eigen verhaal. In deze serie interviews vertellen lopers waarom het hardloopvuurtje in hen nooit dooft.
Duizenden lopers, fietsers en vrijwilligers doen komend Pinksterweekend mee met de Roparun. Directeur Michael Beenhakker (41) reist het parcours af om alle kanjers te supporteren. Naast zijn werk voor de stichting trekt de Rotterdammer zelf ook regelmatig zijn hardloopschoenen aan. ‘Als ik mezelf in de spiegel zie, staart er een hardloper terug.’
Michael Beenhakker weet hoe het is om iemand te verliezen. Op 16 januari plaatste hij het volgende bericht op Facebook: ‘Kanker is klote. Begin dit jaar is mijn leeftijds- en middelbare schoolgenootje overleden. Op zo’n moment realiseer ik me dat kanker niets te maken heeft met winnen of verliezen, maar met wel of geen geluk hebben. Want als iemand gevochten heeft, dan is zij het wel.’
Schrijnend
Hoewel Michael er nu dagelijks mee te maken krijgt, blijft de dood hem raken. De directeur van Stichting Roparun herinnert zich zijn begintijd nog goed: ‘Belde er een vader op die een vakantiebungalow moest afzeggen, omdat zijn zoontje was overleden. Heel schrijnend. Toen ik ophing, was ik echt heel emotioneel. In de loop der jaren leerde ik beter met dit soort gesprekken om te gaan, maar normaal wordt het nooit. Kinderen horen niet te sterven.’

Mooie pruik
Dat gevoel van machteloosheid vindt de Rotterdammer verschrikkelijk. Als kind kon hij al niet tegen onrecht. ‘Op de kleuterschool zat er een meisje bij me in de klas met kanker’, herinnert hij zich. ‘Ze liep rond met een kaal hoofd en de andere kinderen staarden haar aan. Dat vond ik zielig. Had ze maar een mooie pruik, dacht ik.’ Misschien is het dan ook niet zo verwonderlijk dat Michael in 2007 een baantje bij Stichting Roparun vond. Een stichting die het leven van kankerpatiënten zo aangenaam mogelijk wil maken. Onder meer door het ondersteunen van ruim 200 doelen: van vakantiebungalows voor zieke kinderen tot het ontwikkelen van speelgoed en meefinancieren van hospices. ‘We kunnen deze mensen niet genezen, maar hun leven wel een beetje beter maken’, aldus Michael.
Lach en een traan
Dat is ook de gedachte achter de jaarlijkse Roparun: rennen voor het goede doel. Over een paar dagen doen er weer duizenden lopers, fietsers en vrijwilligers mee. Ze leggen dan in teamverband, binnen 48 uur, meer dan 500 kilometer af van Parijs of Hamburg naar de magische Coolsingel. Michael reist het parcours af om iedereen een hart onder de riem te steken. Hij weet wat voor mooi avontuur de Roparunners beleven. Zelf deed hij van 2004 tot en met 2007 als loper mee. ‘De Roparun is echt een teamprestatie’, vindt hij. ‘Het is een reis met een lach en een traan. Veel deelnemers kennen iemand in hun omgeving die kanker heeft of eraan is overleden. Onderweg kunnen de emoties oplopen. Maar uiteindelijk is iedereen trots om samen over de finish te komen.’

Genieten
Als medewerker van de stichting kan Michael zelf niet meer meedoen aan de estafetteloop. Dat mist hij stiekem wel een beetje. Hardlopen noemt de Rotterdammer het leukste dat er is. Iets dat hij al ruim zestien jaar met veel plezier doet. Hij beschouwt het echter niet als vanzelfsprekend. Samen met een vriend was hij in 2008 aan het trainen voor de Marathon van New York. Op een dag viel zijn loopmaatje neer en moest met spoed naar het ziekenhuis. Daar schrok hij van en besloot zich voor alle zekerheid ook te laten testen. ‘Kwamen de artsen erachter dat ik een aangeboren hartafwijking had’, vertelt hij. ‘Moesten we allebei ons loopavontuur laten schieten. Uiteindelijk heb ik ‘m twee jaar later alsnog gelopen. Ik denk hier nog vaak aan terug en waardeer het leven des te meer. Voor mij is het sleutelwoord: genieten.’