Papa: Boodschappen Aldi en AH totaal €8,30
Ik: Ok, bedankt maak het geld over
Papa: Leuke blog trouwens over de marathon. Kan zo in de NRC
Ik: Dat zou te gek zijn, ooit
Lang leve de iPhone! Mijn vader (72) en ik communiceren in dit digitale tijdperk voornamelijk via WhatsApp, want dat vindt hij makkelijker. Bang voor nieuwe technieken is de beste man niet. Integendeel, hij omarmt het. Als iets nog praktischer kan, is hij de eerste om het nieuwste foefje te leren. Ontdekt hij weer een nieuwe app? Dan vertelt hij me daar meteen over. Dat vind ik geestig. Mijn vader en ik hebben ook heus weleens real life contact. We wonen niet ver van elkaar vandaan, 1,7 kilometer van deur tot deur. Dat is 9 minuten hardlopen, 5 minuten fietsen of 18 minuten wandelen.
Het voelt prettig dat ik mijn familie dichtbij me heb. De band met mijn ouders is niet van bloed, maar wel hecht. Vroeger dacht iedereen dat ik meer verknocht was aan mijn moeder. Het steekt me nog steeds dat mensen zo snel met hun mening klaar stonden. Ja, ik ben een moederskindje . Maar ik kan absoluut niet zonder mijn vader. Papa is er altijd voor mij. Ik besef dat elke dochter zijn ups en downs kent met haar vader. We zijn allebei koppig, trots en ontvlambaar. Dat heeft in het verleden gebotst. Wat heb ik de longen uit mijn lijf geschreeuwd als ik mijn zin niet kreeg (best vaak). En smijten met deuren bracht ik eigenhandig naar een nieuwe dimensie.
Ondanks die puberaanvallen kijk ik terug op een fijne kindertijd. Ik ben opgegroeid met een vader die dicht bij zichzelf staat. Daar heb ik veel van geleerd: respect voor anderen, maar wel de ruimte opeisen om jezelf te zijn. Soms had ik wel momenten dat ik het minder leuk vond, maar dat was altijd kort. Dan dacht ik: Moet dat nou? Ja, dat moet want zo is hij nu eenmaal.

Sinds ik geen behoefte meer heb om te rebelleren, waardeer ik mijn vader des te meer. Want diezelfde vader zat vroeger elke vrijdagavond in zijn auto te wachten om mij, twee straten verderop uiteraard, op te halen van de disco. Papa reed onvermoeibaar met een verhuisbusje van de ene naar de andere studentikoze woning. Ook zette hij zonder mopperen op zaterdagochtend vroeg zijn wekker om met mij op een rustige parkeerplaats het inparkeren nog eens extra te oefenen. En hij plakte ontelbare fietsbanden. Zijn CV puilt uit: chauffeur, verhuizer, schilder, klusjesman, rijinstructeur en fietsenmaker, maar bovenal vader.
Ja, ik ben dol op hem. Eerlijk gezegd laat ik dat niet vaak genoeg blijken. Onze band bestaat vooral uit samen dingen doen, het delen van het kleine geluk. Mijn vader en ik hebben samen een aantal voorliefdes: nieuwe recepten uitproberen, voetbal, tennis. Toen ik het huis al uit was, deden we nog altijd elke week samen boodschappen bij de grote Albert Heijn. We maakten er dan een feestje van. Na afloop trakteerde ik op Vietnamese loempia’s, met extra veel hete saus. Als ik wilde weten hoe ik dat lekkere ovengerecht met paksoi moest maken, belde ik niet mijn moeder maar mijn vader. Hij nam me mee naar mijn eerste voetbalwedstrijd in het Willem II Stadion en samen trotseerden we de houten tribunes in Ahoy toen we Krajicek zagen winnen tijdens het ABN AMRO Toernooi.
Groot pluspunt: mijn vader houdt ook van shoppen en geeft het beste kledingadvies. Het maakt niet uit in welke winkel je met hem bent. Uit een vol rek spot hij feilloos de perfecte jeans of vist net dat ene kekke jasje eruit dat je outfit wat meer sjeu geeft. Zijn fashion sense is van onschatbare waarde. Als papa zegt dat iets mooi staat, dan is dat zo. Dan is het basta. En ook fijn, je bent meteen klaar.

Is hij trots op mij? Dat denk ik wel. Hij laat het zo nu en dan blijken, zonder woorden. Wanneer ik ergens een wedstrijd moet lopen, is hij er bijna altijd bij. Hij is mijn trouwste fan aan de zijlijn. Als begenadigd amateurfotograaf heeft hij de meest prachtige foto’s van mij in actie gemaakt. Als je goed inzoomt, zie je de emotie in mijn gezicht. Want ik kijk dan in de lens, naar papa.
Gek genoeg, denk ik nooit na over mijn biologische vader in Zuid-Korea. Het is zelfs nog nooit in me opgekomen. Misschien omdat ik ook niks mis. De afgelopen 36 jaar was ik natuurlijk weleens ziek, verliefd, eenzaam, woedend of gelukkig. Daarover moest ik urenlang bellen en beppen met mijn moeder, maar mijn vader gaf me de stille kracht om er altijd het beste van te maken. Lief, grappig, trouw en een onvolprezen held: mijn vader.